Thema 3 : Onze digitale wereld....

Indicator 3.1.1: Informatievaardigheden

Indicator 3.1.1

Indicator 3.1.2: beoordelen van sites

Indicator 3.1.2

Indicator 3.2.1: Bronnen organiseren in Magister

Indicator 3.3.1: Mediawijsheid: omgaan met Facebook

Indicator 3.3.2 Invloed van mobieltjes in de les

Indicator 3.3.4: Bewustwording meerwaarde en risico's internetgebruik.

Indicatoren 3.3.5 en 3.3.6: Online pestgedrag en pestprotocol

Indicator 3.3.5: Pestprotocol van Stad & Esch

Thema 3: Digitale media- en informatiegeletterdheid

Wij leven in een maatschappij waar technologie, en met name de ontwikkeling van het internet en sociale media, de wijze waarop wij met informatie omgaan, leren en samenwerken fundamenteel verandert. Voor het onderwijs ligt de taak om leerlingen hierop voor te bereiden. De docent is hierin rolmodel en begeleidt zijn leerlingen in het opdoen van kennis en vaardigheden om op een veilige manier gebruik te maken van de verworvenheden van het internet en om deze effectief in te zetten voor het eigen leren van de leerling. De docent is mediawijs en informatievaardig en beschikt over vaardigheden op het terrein van digitaal kennismanagement. De docent begeleidt leerlingen in het adequaat gebruik maken van digitale bronnen en communicatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

Indicator 3.1 : ‘Informatievaardigheden’

 

  • Indicator 3.1.1: De docent toont aan dat hij adequaat gebruik kan maken van zoekmachines en databases om zo digitaal (leer-) materiaal te ontsluiten.

 

Wanneer ik bepaalde issues wil opzoeken zoek ik die vaak in Google, een aantal jaren geleden heb ik een cursus via Spons gedaan waarin het gericht zoeken op Google mij een meerwaarde gaf en de mogelijkheden van Google nog een keer onder aandacht werden gebracht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Indicator 3.1.2: De docent toont aan dat hij sites kan beoordelen op betrouwbaarheid en authenticiteit en dat hij het belang hiervan kan overbrengen op zijn leerlingen.

Ik bekijk vaak de relevante sites waar ik mee te maken krijg binnen mijn vakgebied en beoordeel dan vervolgens of ik de lesstof kan gebruiken. Ik raadpleeg de volgende sites:

 

www.onzetaal.nl

www.jufmelis.nl

www.taaluniversum.org

www.vo-content.nl

 

  • Indicator 3.1.3: De docent toont aan dat hij verantwoord kan omgaan met andermans digitale producten en op de hoogte is van de regels omtrent plagiaat en plagiaatpreventie.

 

Mijn leerlingen leveren regelmatig leesverslagen in. Deze verslagen controleer ik op plagiaat door een bepaald tekstgedeelte in te typen om zo te kijken of ze het wellicht hebben gekopieerd uit een verslag dat op het internet staat.

 

 

 

 

 

 

Indicator 3.2: ‘ Kennismanagement’

  • Indicator 3.2.1: De docent toont aan dat hij op efficiënte wijze informatiebronnen kan organiseren en deze kan inzetten als productiefactor voor leren en lesgeven.

Voor mijn leerlingen zorg ik dat ik bronnen toevoeg in Magister Deze bronnen kunnen zij gebruiken bij het maken van opdrachten. Daarnaast deel ik via Dropbox informatie met mijn collega’s en studiegenoten.

 

 

Indicator 3.3.: ‘Mediawijsheid’

  • Indicator 3.3.1: De docent toont aan dat hij creatief, kritisch en bewust kan omgaan met actuele media.

Omdat ik wilde weten hoe het werkt heb ik drie jaar geleden een Facebook-account aangemaakt. Hier plaatste ik berichten en foto’s op van onze reis door Amerika. Leuk was dat ik snel even contact had met familie en vrienden maar wat ik niet prettig vond was dat ik vriendschapsverzoeken kreeg die ik soms moest weigeren en dat ik ineens enorm veel vrienden had. Dit medium is niet voor mij weggelegd, wel goed om te weten hoe e.e.a. werkt.

 

  • Indicator 3.3.2: De docent toont aan inzicht te hebben in de manier waarop de digitale wereld invloed heeft op de opvoeding van jongeren.

Tijdens het lesgeven moeten leerlingen bij mij hun telefoon inleveren tenzij ze deze les gerelateerd nodig hebben. Ik merk dat leerlingen altijd bereikbaar willen zijn, ze willen meteen reageren op hun berichtjes en alles moet gedeeld worden op Social Media. Na afloop van mijn lessen geven ze vaak terug dat ze zich beter konden concentreren omdat ze niet in de verleiding kwamen op hun mobiel bezig te gaan. Docenten moeten voor mijn gevoel leerlingen beschermen tegen de prikkels die binnenkomen via de mobiel door hier tijdens de les duidelijke afspraken over te maken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Indicator 3.3.3: De docent toont aan dat hij voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal-emotionele en morele ontwikkeling.

Om zelf inspiratie op te doen, gebruik ik www.leraar24.nl. Vaak hoor ik ook via collega’s wat een geschikte bron of een geschikt filmpje is om te laten zien.

 

 

 

 

 

  • Indicator 3.3.4: De docent toont aan dat hij leerlingen bewust kan maken van de meerwaarde en risico's van internetgebruik.

Het afgelopen jaar heb ik in mijn klas meegemaakt dat een meisje via de webcam werd uitgedaagd om lichaamsdelen van zichzelf te laten zien aan een jongen die zij leuk vond. Dit is uiteindelijk allemaal uitgekomen en uitgesproken met leerlingen en ouders. Preventief zou zijn om een theatervoorstelling hierover te laten zien zoals we in het verleden ook hebben gedaan met andere eerste klassen. Het lijkt me goed en raadzaam dat scholen hier blijvend aandacht aan besteden.

 

 

 

 

  • Indicator 3.3.5: De docent toont aan dat hij zich bewust is van online pestgedrag en bekend is met de geldende protocollen.

Wanneer ik als docent merk dat er gepest wordt via het net dan zal ik de leerlingen die het betreft en de ouders die het betreft onmiddellijk op de hoogte stellen en zo snel mogelijk actie ondernemen om dit uit te zoeken en sancties te treffen. Wel moet duidelijk zijn dat het om pesten zijn en dat dit structureel is gebeurd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Indicator 3.3.6: De docent toont aan dat hij zijn leerlingen bewust om kan laten gaan met de mogelijkheden van internet en sociale media ten behoeve van het eigen leren.

Mijn leerlingen zijn zeer bekend met de mogelijkheden van het internet en ook met het gevaar dat daar in ligt. In klassengesprekken kunnen we dit uitspreken en regels afspreken. School heeft hierbij ook een rol, die zou bij de informatieavonden het internetgebruik op de agenda moeten zetten. Bij de lessen Nederlands heeft het mijn voorkeur om bepaalde boeken op de agenda te zetten die we bespreken. Titels zijn te vinden op de volgende sites.

www.leesplein.nl

www.bibliotheek.nl/jongeren.html

www.lezenvoordelijst.nl

www.sevendays.nl

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb